*** Eenkennigheid
"Kijk, daar is oma weer !" - - - - "Huh, wie ? - wat moet ik met dat mens ? "
Deze afbeelding is afgeleid van twee afbeeldingen . Met dank aan WikiHow
“Het was toch zo’n lief kindje!” – dat is een voor veel ouders pijnlijke opmerking, vooral als die gemaakt wordt door oma’s of andere vertrouwde mensen. En soms volgt er dan “Ach, het is een fase waar een kind doorheen moet”. Dat klinkt allemaal niet zo positief, en lijkt eerder op een ‘afstapje’ te duiden dan op een ‘opstapje’ – maar het is toch heus een ‘opstapje’. Waar gaat het dan om?
Een ongeboren baby, een ‘foetus’, groeit in de baarmoeder en leeft daar helemaal in zijn eigen omgeving, in zijn eigen ‘bubbel’ zoals dat nu zo mooi heet. Zijn geboorte verandert daar weinig aan – alles om hem heen wordt nog als ‘eigen’, als baarmoeder ervaren, hoewel er veel is dat die bubbel dreigt te verstoren: kou, warmte, honger, pijn, vreemde geuren, fel licht, harde geluiden. Hij laat het merken als hij tevreden is, of als hij juist ergens last van heeft – dan protesteert hij tegen die (baar)moeder.
In de loop van maanden ontwikkelt het babybrein zich en merkt de baby steeds vaker, dat hij niet meer in een eenvormige bubbel leeft, maar dat zijn omgeving een wisselende structuur vertoont, dat er fijne en minder fijne dingen en situaties zijn, hoewel alles nog op de (baar)moeder geprojecteerd wordt. Lachende ogen, van wie dan ook, stralen iets positiefs uit, en sommige andere dingen juist niet. De baby leert zo onderscheid te maken tussen onderdelen uit zijn omgeving – een eerste en noodzakelijk stapje naar zelfstandigheid.
Dat leren onderscheiden ontwikkelt zich steeds verder, tót hij in de gaten heeft dat al die stukjes (baar)moeder niet een en hetzelfde is, maar dat er één moeder is, en verder nog allerlei andere mensen en dingen. Dát is schrikken! Want wat je juist nodig hebt is die alom aanwezige moeder, en al dat andere is bijzaak, en daarvan moet je maar afwachten of je dat kunt vertrouwen.
Vervelend, die plotselinge eenkennigheid? Nou en of, vooral voor tantes en grootouders – en voor ouders die dit eigenlijk wel erg gênant vinden. Maar is het nuttig? Nou en of. Want onderscheid leren maken tussen mensen, en niet iedereen zomaar vertrouwen, dat is een uitermate waardevolle eigenschap om op een gezonde manier groot te kunnen worden in het leven. En aan de hand van je eigen moeder leer je daarna heus wel, wie je kunt vertrouwen – wie er bij hoort, en wie niet.
Geen ‘afstapje’ dus, die eenkennigheid, maar een heuse ‘opstap’.
Terug naar "Ontwikkeling" : Klik hier
Dit artikel is hieronder als pdf te downloaden (Marchinus Hofkamp, kinderarts n.p)
Deze afbeelding is afgeleid van twee afbeeldingen . Met dank aan WikiHow
“Het was toch zo’n lief kindje!” – dat is een voor veel ouders pijnlijke opmerking, vooral als die gemaakt wordt door oma’s of andere vertrouwde mensen. En soms volgt er dan “Ach, het is een fase waar een kind doorheen moet”. Dat klinkt allemaal niet zo positief, en lijkt eerder op een ‘afstapje’ te duiden dan op een ‘opstapje’ – maar het is toch heus een ‘opstapje’. Waar gaat het dan om?
Een ongeboren baby, een ‘foetus’, groeit in de baarmoeder en leeft daar helemaal in zijn eigen omgeving, in zijn eigen ‘bubbel’ zoals dat nu zo mooi heet. Zijn geboorte verandert daar weinig aan – alles om hem heen wordt nog als ‘eigen’, als baarmoeder ervaren, hoewel er veel is dat die bubbel dreigt te verstoren: kou, warmte, honger, pijn, vreemde geuren, fel licht, harde geluiden. Hij laat het merken als hij tevreden is, of als hij juist ergens last van heeft – dan protesteert hij tegen die (baar)moeder.
In de loop van maanden ontwikkelt het babybrein zich en merkt de baby steeds vaker, dat hij niet meer in een eenvormige bubbel leeft, maar dat zijn omgeving een wisselende structuur vertoont, dat er fijne en minder fijne dingen en situaties zijn, hoewel alles nog op de (baar)moeder geprojecteerd wordt. Lachende ogen, van wie dan ook, stralen iets positiefs uit, en sommige andere dingen juist niet. De baby leert zo onderscheid te maken tussen onderdelen uit zijn omgeving – een eerste en noodzakelijk stapje naar zelfstandigheid.
Dat leren onderscheiden ontwikkelt zich steeds verder, tót hij in de gaten heeft dat al die stukjes (baar)moeder niet een en hetzelfde is, maar dat er één moeder is, en verder nog allerlei andere mensen en dingen. Dát is schrikken! Want wat je juist nodig hebt is die alom aanwezige moeder, en al dat andere is bijzaak, en daarvan moet je maar afwachten of je dat kunt vertrouwen.
Vervelend, die plotselinge eenkennigheid? Nou en of, vooral voor tantes en grootouders – en voor ouders die dit eigenlijk wel erg gênant vinden. Maar is het nuttig? Nou en of. Want onderscheid leren maken tussen mensen, en niet iedereen zomaar vertrouwen, dat is een uitermate waardevolle eigenschap om op een gezonde manier groot te kunnen worden in het leven. En aan de hand van je eigen moeder leer je daarna heus wel, wie je kunt vertrouwen – wie er bij hoort, en wie niet.
Geen ‘afstapje’ dus, die eenkennigheid, maar een heuse ‘opstap’.
Terug naar "Ontwikkeling" : Klik hier
Dit artikel is hieronder als pdf te downloaden (Marchinus Hofkamp, kinderarts n.p)
opstapjes_4_-_eenkennigheid.docx.pdf | |
File Size: | 221 kb |
File Type: |