** Niet meer van deze tijd, zo’n box ?
De kinderbox was ooit bedoeld om ouders even de handen vrij te geven bij een kruipend kind. Want zo’n kind exploreert zijn wereldje, als het goed is, en zit dus overal aan.
“Maar daarmee sluit je hem wel in een soort kooi op. Dat is echt ouderwets, en zoiets willen wíj natuurlijk niet”. En zo hebben heel wat mensen nog wel een box in de kamer, maar heeft hij veelal een andere functie gekregen, en dient hij nog slechts als bedje om het kind in te leggen als hij ‘omvalt van de slaap’. Wel een bedje trouwens, dat onhandig veel ruimte inneemt in de woonkamer. En voor veel mensen is dat dan meteen een tweede reden om af te zien van een box.
Logisch toch, dat je het beeld van ‘een kooi’ niet fijn vindt. Een aapje of ander dier willen we niet meer in een kooi zien – ons kindje dus al helemáál niet. Alleen het idee al wekt weerzin. Maar klopt dat beeld wel? Want wat zie je gebeuren zónder box?
Een box als ‘vrij plekje’ in een bepaalde ontwikkelingsfase
Voor een kind dat net heeft leren kruipen ligt de wereld, die hij tot dan alleen vanaf moeders schoot kon bekijken open, binnen handbereik – Joepie! Overal op af, alles van dichtbij bekijken, voelen, pakken, duwen, omtrekken. Maar dát is de bedoeling niet : “È-è, nee, dat mag niet. Nee, daar mag je niet aanzitten. Ik zei net dat je daar niet aan mag zitten. Nee, dat is niet de bedoeling. Nou, ik zéí toch duidelijk dat je daar niet aan mag zitten! Nee, daar mag je niet heen, blijf nou eens hier - enzovoorts”.
Aanwijzen wat niet mag, verbieden, zorgen dat je hem net vóór bent als er iets fout dreigt te gaan – en dat is o zo vaak het geval. Maar het hoort erbij, het is nu eenmaal een leerproces. “Ja maar, op een gegeven moment word je er gek van !” ….. Inderdaad, en niet alleen jij, maar je kind ook – doorlopend die aanmerkingen, dat verboden worden, niks mogen, en uiteindelijk die negatieve toon van moeder of vader ….. Wat is het dan heerlijk om in een afgescheiden eigen hoekje van de kamer, in jouw box, vrij te kunnen spelen zónder op- of aanmerkingen. En als je moe bent van al dat gedoe, ga je gewoon liggen.
Een box niet als ‘kooi’, maar als eigen vertrouwd plekje waar je geen kwaad kunt doen. Niet om steeds in te zitten, want in de kamer rondkruipen moet ook kunnen, al moet dat niet te lang duren. Want leren wat wel en wat niet mag is goed, maar als dat te lang duurt gaat de lol er echt af, en is het fijn om je terug te mogen trekken in je veilige box.
Natuurlijk moet ook het in een box zijn even wennen – alles in het leven moet wennen.
Naast de traditionele houten ± vierkante box van ca. een meter groot, zijn er tegenwoordig ook boxen in andere vormen, materialen en een grootte die soms uit te breiden is tot een wezenlijk deel van de kamer. Daar moet je dan wel de ruimte voor hebben, en het heeft het nadeel dat je dan niet een passend zacht boxkleed hebt – heel belangrijk voor je kind is dit alles niet, hij heeft gewoon een box, een eigen afgescheiden hoek nodig.
Zet de box liefst niet vol in het zicht, maar wel zo dat je kind het gevoel heeft ‘er bij te horen’, dus niet achter de bank of zo.
Een box is ook een mooie oefenplek om te leren gaan staan. Aan de spijltjes kan je je mooi optrekken, en als je valt biedt het boxkleed een zachte ondergrond.
Hoe lang is een box nuttig? Die vraag beantwoordt zich meestal vanzelf, doordat een kind er zelf begint uit te klimmen. Dat is ook een leeftijd, dat hij al aardig geleerd heeft waar hij af moet blijven, zodat je niet meer steeds hoeft te waarschuwen. Een box ouderwets? Wellicht, maar erg nuttig, en als je er wijs mee omgaat, is het erg kindvriendelijk.
Terug naar "Ontwikkeling" : Klik hier
Dit artikel is hieronder als pdf te downloaden (Marchinus Hofkamp, kinderarts n.p)
opstapjes_3_-_niet_in_de_box.pdf | |
File Size: | 458 kb |
File Type: |